Stelling: ‘Mijn bedrijfsarts begrijpt wat mijn Niet Aangeboren Hersenletsel inhoudt en houdt rekening met de gevolgen daarvan.’ Uitkomst: Bijna vijftig (49 %) procent antwoordt ontkennend op deze vraag.
Onze reactie: Wij gaan elk jaar weer in gesprek met bedrijfsartsen op de Bedrijfsgeneeskundige Dagen die in Papendal in Arnhem worden gehouden. Daardoor weten wij dat bedrijfsartsen de laatste jaren sneller dan voorheen doorhebben dat er sprake is van problematiek in verband met Niet Aangeboren Hersenletsel. Maar hoewel hersenletsel sneller wordt herkend, beschikken de meeste bedrijfsartsen over te weinig tijd, mogelijkheden en specifieke kennis om iemand met hersenletsel optimaal te kunnen ondersteunen. Omdat de bedrijfsarts de betreffende werknemer niet op de werkvloer meemaakt, krijgt hij maar moeilijk een beeld van de beperkingen en mogelijkheden van deze getroffene. Wij begeleiden de werknemer in de eigen werkomgeving en krijgen zo snel zijn of haar grenzen en mogelijkheden in het vizier. Daarom kunnen wij de bedrijfsarts (en de leidinggevende) ondersteunen in het maken van weloverwogen keuzes met betrekking tot het proces van terugkeer naar werk.
Bedrijfsarts begrijpt de kritiek
In het persbericht over onze enquête dat wij op dinsdag 29 oktober verspreidden, gaf bedrijfsarts Gerard Reuling aan de kritiek van werknemers met Niet Aangeboren Hersenletsel ten aanzien van hem en zijn collega’s te begrijpen: ‘In de bedrijfsartsenopleiding is er weinig aandacht voor mensen met hersenletsel en in de praktijk krijg je er te weinig mee te maken om er veel ervaring mee op te doen.’ Dat werknemers met hersenletsel zich onbegrepen op het werk voelen, verbaast hem niet: ‘Een groot probleem is de onzichtbaarheid van de schade. Als je door een ongeluk in een rolstoel belandt, snapt iedereen dat er aanpassingen nodig zijn om je werk weer goed te kunnen doen. Omdat aan iemand met hersenletsel vaak niks is te zien, denkt men in het beste geval ‘die redt zich wel’, in het ergste geval ontstaan er irritaties omdat de teruggekeerde collega opeens niet meer zo snel kan werken, vaker fouten maakt of afspraken vergeet. Wat men zich niet realiseert, is dat iemand met hersenletsel net als die collega in de rolstoel hulp nodig heeft om weer optimaal te kunnen functioneren.’